Je woont in Amsterdam. Regelmatig zie je wel iets naars gebeuren. Duitse soldaten marcheren door jouw stad. De WA marcheert en zingt nationaalsocialistische liederen. Ze gooien ruiten in bij Joodse winkels. Joodse vriendjes en vriendinnetjes komen opeens niet meer naar school en je hebt geen idee waarom. Opeens loop je langs het huis van je vriendje. Er staat een Duitse overvalwagen voor de deur. De hele familie wordt de overvalwagen in geduwd.
Je blijft kijken. Het is een beetje spannend, maar ook ongemakkelijk
Je draait je om en je loopt weg. Hiervan wil je geen getuige zijn.
Je blijft staan en je roept de naam van je vriendje. Misschien hoort hij of zij je wel.
Je kunt ook niet zo gemakkelijk doorlopen, en door te blijven staan val je het minste op. Straks nemen de Duitsers jou ook nog mee.
Dit is een vorm van stil protest, maar als je opvalt bij de Duitsers kunnen ze jou ook gevangennemen.
Hopelijk heeft je vriendje jou gehoord. Dat kan een steun voor hem zijn als hij later in Westerbork of een ander kamp zit. Hopelijk hebben de Duitsers jou niet gehoord, want misschien nemen ze jou dan ook wel mee.